Bodybuilding voor de wijsvinger
De briefing hebben we gisteren-avond helaas gemist door de vele werkzaamheden buiten de wedstrijd: hotel zoeken, iets eten, onze sporttassen terugvinden, douchen, reportage schrijven, foto’s selecteren bijwerken en van teksten voorzien, nieuwsbrief maken en uiteindelijk alles uploaden. Collega-renners weten ons bij het avondeten te vertellen dat er mogelijk wat regen zou kunnen vallen maar het zou zich beperken tot enkele druppels.
Starten doen we met een kort klimmetje, net genoeg om de ochtendkou uit onze benen te fietsen. Dan volgt al onmiddellijk de eerste highlight van de dag: de trail die we gisteren in ca. 1,5u naar boven hebben gekropen, stuiven we nu in blitztempo naar beneden. Nu ja, blitztempo: het is een technische trail met stenen, wortels en ontelbaar veel bochten dus het komt vooral op correct sturen aan en de juiste lijnen kiezen en niet als een idioot naar beneden ‘baschen’. Dezelfde trail in de omgekeerde richting rijden heeft wel iets en is zeker een mooie keuze van de organisatie. By the way, nog even iets over de professionaliteit van deze Zwitsers: De rit van gisteren bleek uiteindelijk 7 kilometer langer dan in het roadbook en op de briefing aangekondigd. Awel, gisterenavond kreeg elke deelnemer persoonlijk een sms met de melding ‘Dear Peter. Due to change of the race course, the total distance was 7 km longer than announced. We apologize for that.’ Toch proper van het orga-team. Zwitserse precisie, zeker ?!

De superleuke, maar fysiek zware singletrail-afdaling werkt zich vooral uit op de handen, de boven- en onderarmen en onze wijsvingers die VIA DE REMHENDELS constant onze snelheid onder controle moeten houden. Een gesynchroniseerd balanceren van je hele lichaam en allerminst een gelegenheid tot recuperatie, ook al is het bergaf.
Tussendoor moet me toch iets van het hart: we zijn nu al dagen in Wallis en elke dag hoor ik hier vliegtuigen door het luchtruim bulderen. Of het verkeersvliegtuigen of straaljagers zijn, weet ik niet maar wat me enorm intrigeert is dat ik de hele week nog gen enkele vlieger heb gezien. Toppunt van ‘stealth’, zeker ?
De laatste kilometertjes singletrail voor we in de vallei aankomen lopen langs weiden en muurtjes en precies langs zo’n muurtje loopt het voor mijn voorligger pijnlijk af. Uit een van deze uit platte leistenen opgebouwde muurtjes steekt op borsthoogte een steen zowat 30cm uit. Men heeft het obstakel nog extra met wat waarschuwingslint aangegeven, maar dat had die kerel blijkbaar niet gezien. Hij raakt de steen met zijn ribbenkast en wordt links de weide in gekatapulteerd. Hij rolt van de pijn door het gras gelukkig kan zijn teammakker zich onmiddellijk om hem bekommeren. We vragen of we moeten assisteren, maar dat blijkt niet nodig. Vermoedelijk heeft de arme stakker een rib gebroken. WWe zijn nog maar eens gewaarschuwd dat we ten allen tijde extreem aandachtig moeten blijven.
Vanuit het dal beginnen we aan de langste klim van de week: 17 kilometer aan een stuk bergop. Hier moet bewust gedoseerd worden en dat doen Kroki en ik in overleg. Het gaat mijn teammakker trouwens weer goed en het tempo bergop is niet slecht. Als we dit kunnen doorzetten, dan moeten we zonder al te veel problemen de finish in Graechen halen. Gelukkig verloopt een groot gedeelte van de klim over goed bollend asfalt. ‘Saai’, hoor ik je al zeggen, maar met meer dan 3300 hoogtemeters voor de boeg is er niemand rouwig om. Aan alle mooie jodel-liedjes komt ook in de Zwitserse bergen een eind want we ruilen het asfalt voor schotter en later voor bosweg. En wat erger is: de hellingsgraad stijgt naar pijnlijke hoogten. OOns kleinste verzetje is net klein genoeg om met brandende quadricepsen en onder hoogspanning staande kuitspieren de berg te bedwingen. Als een gekko plakken we tegen de berghelling en je kijkt liefst niet te veel naar boven want dan verliest je voorwiel bodemcontact en ben je radeloos verloren. Het kost veel kracht en zweet, maar uiteindelijk bereiken we toch het hoogste punt van 2190 m.

Intussen is het lichtjes beginnen druppelen en ook de wind is aangetrokken. Hoogste tijd voor een extra jasje want de afdaling komt eraan. En jongens, wat voor een afdaling? Vijftien kilometer onophoudelijke singletrail van de bovenste plank. Uitdagend maar haalbaar en zalig om te rijden. Een probleem echter: de trail duurt zo lang en is zo steil dat we halfweg al vrezen dat onze handen en armen het niet uithouden. Mijn hele bovenlichaam doet pijn van de schokken en ik voel nog amper mijn handen. Maar er is geen alternatief, we moeten verder. Knop in het hoofd omdraaien en de pijn even aan de kant zetten, dat is de enige oplossing. Als een roller-coaster-wagentje in een pretpark slingeren we ons door het bos de diepte in… gewoon bangelijk!!
Het tweede deel van de dag bestaat uit een beklimming van opnieuw zowat 1000 hoogtemeter. Na een rustige aanloop over de weg, sturen ze ons deze keer langs de Gothard Bahn, een tandrad-spoorlijn die tot in Zermatt loopt. Het smalle paadje is soms erg moeilijk berijdbaar en we moeten geregeld van de fiets. Maar ook deze sectie van het parcours heeft weer een hoog ‘EErlebnis-gehalte’. De laatste honderden hoogtemeters vooraleer we de finale afdaling naar Graechen inzetten gaat door een donker bos. En dan bedoel ik letterlijk ‘gaat’, want er is maar een mogelijkheid om dit steile monster te bedwingen en dat is te voet.

De kerktoren van Graechen komt in zicht en met pijnlijke armen, benen en schouders maar vooral twee super gespierde wijsvingers sjeesen Kroki en ik het dorp binnen. Bij een schuchter zonnetje trakteren we onszelf op een heerlijk stukje abrikozen-cake. Varkentje 4 hebben we toch weer gewassen. Nu onze fiets en onszelf nog proper maken. Douchen en afdrogen met de keukenhanddoek, want in onze ‘Ferienwohnung’ zijn geen badhanddoeken voorzien. En dan kunnen we morgen spik en span aan de allerlaatste etappe naar Zermatt beginnen.
Matterhorn, here we come !!
Pepe