Dag 2 – Frankfort > Reitz
Na de geneutraliseerde inrijetappe van gisteren gaat het vandaag echt om de knikkers. Ten minste voor wat de zogenamde ‘race-snakes’ betreft. Even verduidelijken: In de Zuid-Afrikaanse mountainbike-scene worden de deelnemers aan een wedstrijd immers onofficieel in een drietal categorien ingedeeld: De ‘race-snakes’ zijn diegenen die wij ‘koers-konijnen’ noemen. Hier worden eigenlijk de pro’s bedoeld. Trouwens erg grappig dat elk land zo zijn eigen beestje heeft. Verder zijn er de ‘weekend-warriors’, of diegenen die tijdens de week gaan werken en op zaterdag en zondag de held trachten uit te hangen op hun fiets. Ten slotte zijn er dan nog de deelnemers waarvoor de uitslag helemaal geen belang heeft. Wij horen uiteraard bij de middenste categorie thuis en hebben met de ervaring van vorig jaar onze eigen taktiek. De eerste dagen niet te gek doen want een inzinking is dan snel opgelopen.
Met temperaturen net boven het vriespunt rammelen onze tanden vanmorgen bijna uit onze smikkel. Kiekevel als molshopen en rillingen alsof je met je twee vingers in het stopcontact zit. Overdag keizerlijk weer, maar de nachten zijn, net als vorig jaar trouwens, berekoud. ‘Niet klagen’, spreken we onzelf wat warme moed in en even op de tanden bijten, als die er intussen niet zijn uitgedaverd natuurlijk.
De snel opkomende Afrikaanse zon zorgt al snel voor een meer behaaglijk gevoel en tovert het uitgestrekte landschap om in een schitterend goudkleurig decor. De fotograaf in mij wil direct zijn camera boven halen maar de mountainbiker wil stoeien op zijn fiets. We geven ze dan maar allebei hun zin en schieten af en toe een impressie vanop de fiets.
Langs de oever van de Wilge River gaat het verbazend vlot en zonder enige tegenwind en een vriendelijke ondergrond is dat natuurlijk begrijpelijk. Verder zijn er vandaag heel wat kilometers district-road waar je moet trachten om een behoorlijk tempo te maken zonder al te veel in je energiereserves te gaan. Kroki en ik vormen een geolied team en malen aan ons eigen tempo de kilometers af. Wie wil aansluiten is trouwens meer dan welkom.
Op een gegeven moment treffen we de rode truitjes van onze landgenoten Tom en Renaat van team Flandria. Ze sluiten zich bij ons groepje aan en zullen de rest van de dag nooit ver uit de buurt zijn. Sjappoo trouwens voor Tom want hij rijdt hier blijkbaar zijn allereerste marathon. Doseren is dan ook de boodschap, en dat voor ieder van ons.
Na de tweede bevoorrading wacht ons een stukje single-track-paradise: een prachtig gesculpteerd smal pad slingert zich eerst de berg op om ons dan wild kronkelend aan de andere kant van de heuvel naar beneden te voeren. Als een rood-blauw-rood-blauw-quartet geniet de Flandria-Reevax-rollercoaster van elke meter. ‘How lekker was that ?’ zouden de Afrikaners zeggen.
Het zonnetje brand en het stof zorgt voor een natuurlijke beschermlaag op onze huid. Wat geknars tussen de tanden en af en toe wat tranende ogen hebben we er graag voor over. De laatste 10 kilometer van de rit zijn helemaal singletrack in een wijds heidelandschap. We slalommen letterlijk tussen de koeien en hebben opperste concentratie nodig om niet in botsing te komen met een hoorn of een uier. Mocht ik moeten kiezen, dan toch liever het laatste graag.
In de verte duikt de imposante tent van het camp al op, maar eerst passeren we nog langs een wolven-opvangcentrum waar we veilig gescheiden door een hek tussen de Akela’s door naar de finish stuiven.
Het was een heerlijke eerste wedstrijddag die we naar ons gevoel verstandig hebben aangepakt zodat ons team de zware rit van morgen niet al te vermoeid moet aanvatten.
Het eten hier op de ‘Bielie Mielie skoue gronde of Reitz’ is weer van opperste kwaliteit en verhongeren zullen we allerminst.
Terwijl we deze reportage schrijven liggen er immers al enkele beestjes te roosteren voor het avondmaal. Menu voor vandaag: Hoender braai.
Tot morgen vanuit Sterkfontein Dam.
Pepe
Tof, ge hebt het weer van België meegenomen.
Geniet er nog van hé mannen