De briefings van ‘farmer Glenn’, ‘Garry Green’ en Wappo zijn avond na avond hilarisch. Twee echte boerejongens hebben het steeds weer aan de stok met hun ‘Urban Friend Wappo’ uit Joberg. Ze lachen hem publiekelijk uit dat hij het verschil niet kent tussen een koe en een stier, niet weet hoe hij een weidehek moet openen en een lege gasfles in plaats van op zijn schouder als een baby in zijn armen draagt. Het lijkt wel een komische sketch die ze elke avond opvoeren en het publiek geniet met de tranen in de ogen. De drie race-organisatoren laten het allemaal uitschijnen alsof ze dit evenement even uit de losse pols schudden, maar niets is minder waar. Als echte mountainbikers hebben ze het hart op de juiste plaats, weten hoe belangrijk het parcours en de rijders zijn en dat blijkt dan ook overduidelijk uit de etappes die we hier gepresenteerd krijgen. Telkens weer wordt actief naar verbeteringen gezocht, worden er leuke verrassingen in het parcours verweven en worden eenvoudige maar ijzersterke oplossingen gevonden voor de meest uiteenlopende problemen.
Hun ultieme droom om ooit één lange singletrack van Johannesburg tot aan de Indische Oceaan te hebben verwezenlijkt krijgt jaar na jaar meer vorm. Het credo van dit organiserende trio is dan ook: “The route is King !”.
Vannacht kampten Kroki en ik beiden met hetzelfde praktisch probleempje. Onze tentopstelling was nu niet bepaald biljartvlak en onze voeten bevonden zich enkele hoogtelijnen lager dan ons hoofd. Op zich geen groot probleem zou je denken, ware het niet dat de wrijving tussen de matras en onze nylon-slaapzak aan de lage kant was. Gevolg, bij elke beweging glij ik centimeter voor centimeter richting tentuitgang en moet dus elke twee uur als een reuze gele worm met mijn mummieslaapzak terug naar boven kruipen. Desondanks vannacht heerlijk gepit, tenminste tot onze overbuur zijn state-of-the-art-4G-smartphone met 11 megapixel camera en online-GPS-functie een halfuur te vroeg begon te zingen. Met alle respect voor de hedendaagse technologische vooruitgang, maar in dit geval van overmacht zat er helaas niets anders op dan de streeltelefoon vakkundig het zwijgen op te leggen door hem pijnloos in Kembo Lake te verzuipen. Sorry buurman, maar het was nu eenmaal sterker dan mezelf.
Geescorteerd door vier polo-ruiters op piekfijn verzorgde volbloeden, gekleed in hun hagelwitte rijbroek en donkerrode poloshirt en met elk een lange houten hamer in de hand, verlaten we geneutraliseerd en in drie groepen verdeeld het schilderachtige Kenbo Lake. De kleine oranje helicopter van Big Shot Productions scheert met hoge snelheid en op amper 10 meter boven ons zijdelings over het water en de rijders en zorgt ongetwijfeld weer voor spectaculair beeldmateriaal voor de dagelijkse, vijftien minuten durende bijdrage op Supersport. Afgevallen, bruin gekrulde bladeren – de herfst is hier immers begonnen – vliegen alle kanten op en het lawaai van de kopter is oorverdovend. We hopen maar dat de sportpaarden niet opgeschrikt geraken door zoveel kabaal, want dan zullen we zeker extra gas mogen geven om hen te kunnen volgen.
In het eerste gedeelte van deze rit staat het zoogdier ‘de koe’ centraal. In dit land geen heiligheid, maar voor de boer natuurlijk van levensbelang. Koeien links, koeien rechts, koeien op de heuvel, koeien in het dal. Volgens mij hebben die beesten zelfs een artistiek kantje want de schikking en kleurschakeringen van de koeievlaaien heeft iets van romeins mozaik. Wat ik minder apprecieer is de gitzwarte, semivloeibare brei waar we even later door moeten. Het lijkt een beetje op een mislukte tiramisu, maar dan donkerder en vooral met een nogal toi-toi-cabine-achtige geur. Ogen en mond toeknijpen en als de weerlicht erdoor surfen of anders ervaar ik misschien een ongewenst weerzien met mijn ontbijt.
Gary, Glenn en Craig trakteren ons vandaag op een dagje pretpark en de eerste attractie – koebeesten niet meegerekend – is de Oak Single Track. We duiken in een lange sliert het nog jong ogende eikenbos in en krijgen de keuze uit twee parallel lopende singletrails. De nog opkomende zon werpt lange schaduwen en schildert geel-oranje vlekken op de bodem. De warme kleuren en de speelse track zorgen zowel visueel als gevoelsmatig voor een topmomentje. De geur van het eikenhout, het geluid van de krakende bladeren en het gedempte rollen van onze banden over het humusrijke spoor moeten elke mountainbiker doen watertanden. Geweldige vonst toch dat men om opstoppingen te vermijden gewoon twee parallele singletracks naast elkaar aanlegt. Zelden gezien, geniaal eenvoudig en super efficient. Zo zitten Zuid-Afrikaanse boeren blijkbaar in elkaar.
Het verbindingsstuk naar onze volgende attractie loopt bergop over een mooi geegaliseerde district road. Terwijl het zoals gewoonlijk vanmorgen nogal chilli was, krijgen we plots van het ene moment op het andere een deugddoende warme wind in het aangezicht. Vreemd? Het lijkt wel alsof we plots aan de andere kant van een berg rijden, zoals we dat kennen van de Transalp bij het overschrijden van de hoofdkam van de Alpen. Hier is er echter niet onmiddellijk een oorzaak te vinden, maar desalniettemin nemen onze vermoeide spieren de heerlijke warmte graag in ontvangst.
Na een eerste bevoorrading die ik gebruik om vocht achter te laten in plaats van bij te tanken, zetten Kroki en ik onze rit verder. Bij kilometer 35 wacht ons de attractie waar ik al sinds gisteren avond naar uitkijk: Farmer Glenn heeft immers over de 200 meter brede Umkomaas-River een spectaculaire brug gebouwd. Maar niet zomaar een brug. De drijvende constructie bestaat uit een soort slingerende, drijvende mat van ongeveer 1 meter breed die gelijk ligt met de waterlijn en om de drie meter afgeboord is door een sponsorvlag. We rijden met onze banden in een dikke centimeter water en sturen onze bikes behoedzaam via de S-bochten naar de overkant. De constructie is verbazend stabiel en het opspattende water doet deugd aan de beentjes. Het is een geweldig schouwspel en een unieke ervaring. Voor diegenen die de brug niet zien zitten of niet kunnen zwemmen heeft men zelfs een alternatieve route voorzien die weliswaar 20 minuten langer is, maar getuigd van het belang wat men stelt in het goedvoelen van de rijders. Helaas mogen we maar 1 keer over Glenn’s brug, want ik had de ervaring gerust nog wel enkele keren willen herhalen.
Ook al is het vandaag een korte rit van slechts 83 kilometer, de trails zijn absoluut top. Zowel bergop als bergaf zijn de paden tegelijk uitdagend en toch goed berijdbaar. De conditie van de trails is van een dergelijke perfectie dat men gisteren bij de briefing al lachend aanhaalde dat men enkel een eikel van het spoor heeft moeten halen. Voor de rest geen steen, geen tak, geen obstakel in de weg. Dus remmen los en gaan met de banaan over Colorado-achtige slingerende singletrails.
Bij de tweede bevoorrading van de dag wacht ook Gary ons op. De aandacht die we hier als Europeanen krijgen is echt overweldigend. Plaatselijke rijders vinden het ‘awesome’ dat we speciaal voor deze wedstrijd naar hun land zijn gekomen en ook het orga-team is trots door deze internationale deelname. We worden als echte gasten behandeld en steeds opnieuw krijgen we de vraag wat we van het parcours denken. “Disgustingly brilliant” lijkt ons de meest toepasselijke term waarna er steevast een terecht apetrotse glimlach verschijnt op de vermoeide en getekende gezichten van de race-vaders die hun baby met veel plezier aan de buitenwereld tonen.
Als eindpunt voor deze etappe fietsen we nog enkele heuvels op om na 3u45min op een 18de plaats te finishen in McKenzie Club, een uitgestrekte groene weide op een lichtglooiende heuvel en met enkele tennisvelden en een kantine. Voor de rest is er hier helemaal nul de botten. Tenminste voor de rest van het jaar, want nu is het terrein bezaaid met tenten, standjes, afspuitstanden, douches, toiletten, busjes, vrachtwagens, fietsen en rijders. Het dagelijkse reizende circus van de JoBerg2c is immers neergestreken en dat zullen ze hier geweten hebben. Intussen is Kroki aan de voet van een speeltuig ingedommeld, maar daar ga ik zo dadelijk verandering in brengen want er moet vandaag nog wat ‘getravakt’ worden, natuurlijk.
Morgen wacht ons opnieuw een paradepaardje van deze wedstrijd. Stage 8 wordt net als etappe 4 aanzien als één van de beste etappes van deze race. Ik sta nu al te popelen om ondergedompeld te worden in het speelterrein van het organiserende trio.
‘The route is King’ en morgen hebben Kroki en ik, net als 550 anderen, het prinselijke voorrecht om binnen te treden in hun koninkrijk. Majesteit, uw onderdanen zijn er klaar voor!
PS. We vernamen dat ex-teammaatje Pat opnieuw met de rug sukkelt en bovenop een spijtige blessure aan de elleboog opliep waardoor zijn deelname samen met onze vriend Wiwo aan de Chemin de Soleil helaas in het water valt. Langs deze weg een snelle genezing toegewenst en hopelijk binnen de kortste keren weer op de fiets.
Pepe